Arbeids- en combinatiekorting


Uitbetalen arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting aan minstverdienende partner wordt geleidelijk afgeschaft.

Minstverdiende partner

Vanaf 1 januari 2019 wordt het uitbetalen van de inkomensafhankelijke combinatiekorting en de arbeidskorting aan de minstverdienende partner geleidelijk afgeschaft. Dit betekent dat de uitbetaling ieder jaar lager wordt en in 2023 geheel is gestopt.

De afbouw gaat gelijk met de afbouw van de uitbetaling van de algemene heffingskorting. In 2019 wordt nog 26,667% van het bedrag uitgekeerd aan de minstverdienende partner.


Aftrek eigenwoningschuld


Aftrek vanwege geen of kleine eigenwoningschuld wordt afgebouwd.

Eigenwoningschuld

Vanaf 1 januari 2019 wordt de regeling ‘Aftrek vanwege geen of kleine eigenwoningschuld’ (ook de wet Hillen genoemd) in 30 jaar geleidelijk afgebouwd. Dit betekent dat uw aftrek in 2019 nog 96,67% is.

U hebt recht op de aftrek als uw eigenwoningforfait hoger is dan de aftrekbare kosten, zoals de hypotheekrenteaftrek. De aftrek is gelijk aan het verschil tussen beiden.

Afbouw ouderenkorting


Vanaf 1 januari 2019 verandert de berekening van de ouderenkorting.

Ouderenkorting

De ouderenkorting wordt inkomensafhankelijk afgebouwd. Op basis van de voorlopige cijfers wordt vanaf een verzamelinkomen van € 36.783 de ouderenkorting met 15% afgebouwd tot nul.

Tot een verzamelinkomen van € 36.783 krijgt u de volledige ouderenkorting. Die is voor 2019 voorlopig vastgesteld op € 1.596.

Het verzamelinkomen is het totaal van uw inkomsten en aftrekposten uit de 3 boxen, zonder eventuele verrekenbare verliezen over vorige jaren.

U krijgt de ouderenkorting automatisch als u aangifte doet.